Mening:
In de kerstvakantie heb ik het boek Kinderjaren van Jona Oberski gelezen. In het begin had ik weinig tijd besteed aan het boek en had ik niet zo'n zin om het te lezen. Toen ik begon met lezen, kwam ik steeds meer in het verhaal en op een gegeven moment raakte ik zo geïntrigeerd door het verhaal, dat ik ik niet meer wilde stoppen met lezen. Ik leefde met de ik-persoon mee en ik kon me goed voorstellen hoe zijn leven eruit zag. Het boek heeft een chronologische tijdsvolgorde. Veel hoofdstukken eindigen met het inslaap vallen van de ik-persoon en met het begin van een nieuwe dag. Ik ben blij met deze keuze omdat ik het een interessant onderwerp vond en de woordkeuze van het boek gemakkelijk was en qua chronologie makkelijk te volgen. Als een boek veel verschillende tijdslijnen heeft, meerdere perspectieven en regelmatige flash-backs, dan is een boek voor mij veel moeilijker te lezen.
Samenvatting Per Hoofdstuk:
I
Het boek gaat over een jongetje van Joodse afkomst. Met zijn vader en moeder woont hij in Amsterdam. Op een dag worden hij en z’n moeder per ongeluk naar Westerbork gestuurd. Na een week mogen ze weer naar huis. Kort daarop is hij jarig; hij krijgt erg veel cadeautjes, waaronder een harlekijntje. De invloed van de oorlog wordt steeds voelbaarder, met name de Jodenhaat wordt duidelijker. De kruidenier wil niets meer aan hen verkopen, maar de glazenwasser komt nog steeds.
II
Hij moet nu een Jodenster dragen. Bij een inval door soldaten moeten ze hun huis uit. Ze moeten naar het Muiderpoortstation, waar ze op de trein gezet worden naar Westerbork. De ouders denken of willen denken dat ze naar Palestina gaan; ze hoeven alleen nog maar de papieren klaar te krijgen. Op een dag worden er mensen omgeroepen die weg mogen uit dit kamp. Zij horen daar ook bij. Helaas gaan ze niet naar Palestina, maar naar een ander kamp waar zijn vader gescheiden wordt van hem en zijn moeder.
III
Hij mag in het nieuwe kamp af en toe mee om de keukenpannen schoon te maken, pas de tweede keer snapt hij dat hij ze leeg moet eten. Op vaders verjaardag zien ze vader eindelijk weer, moeder heeft een taart gemaakt van aardappelen en broodkruimels. Als zijn vader ziek wordt en naar de ziekenbarak moet bevalt hij dit wel, omdat hij zijn vader nu vaker ziet. Als hij van de dokter zijn moeder moet gaan halen omdat zijn vader niet lang meer heeft te leven verdwaald hij en vergeet de boodschap door te geven. Toch zijn ze er net op tijd bij om vader te zien sterven. Nu moet hij van de grote kinderen een proef afleggen om te bewijzen dat hij bij de groten hoort. Hij moet het ketelhuis binnengaan, hier blijken allemaal lijken te liggen. Als hij zijn moeder hierover vertelt, zegt zei dat dit het knekelhuis heet. Hij mag er nooit meer komen en wordt van top tot teen behandeld met ontsmettingsmiddel.
IV
Moeder en hij vertrekken weer met een andere trein. Nog steeds wordt hem verteld dat ze op weg zijn naar Palestina. Hij heeft geslapen en zijn moeder vertelt hem dingen die hij zich niet kan herinneren. Zij zegt hem dat ze al twee weken in de trein zitten. Als de trein voor langere tijd stopt gaat hij met Trude, een vrouw die hij al kent van voor het kamp, brandnetels zoeken om soep van te koken. De volgende dag komen de Russen hen bevrijden, ze nemen de Moffen mee. De mensen uit de trein worden ondergebracht in verschillende huizen in Tröbitz. Zijn moeder is ziek en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Hij slaapt bij Trude en Eva op een kamer. Hij bezoekt zijn moeder nog een keer in het ziekenhuis. Ze is er slecht aan toe, het lijkt of ze gek geworden is. Later zegt Trude dat de weg afgesloten is en hij niet naar zijn moeder kan, maar ze liegt want zijn moeder is dood. Eva vertelt hem dat zijn moeder dood is. Hierop wordt hij zo boos op Trude dat hij koorts krijgt en vijf dagen ziek op bed ligt.
V
Met een Canadese vrachtwagen gaan ze terug naar Amsterdam. Meneer Paul en zijn vrouw willen hem wel adopteren. Eerst weigert hij te eten. Hij kotst ook alles uit, maar omdat hij nu een grote jongen is, hij is immers acht, moet hij het zelf opruimen.
Het boek gaat over een jongetje van Joodse afkomst. Met zijn vader en moeder woont hij in Amsterdam. Op een dag worden hij en z’n moeder per ongeluk naar Westerbork gestuurd. Na een week mogen ze weer naar huis. Kort daarop is hij jarig; hij krijgt erg veel cadeautjes, waaronder een harlekijntje. De invloed van de oorlog wordt steeds voelbaarder, met name de Jodenhaat wordt duidelijker. De kruidenier wil niets meer aan hen verkopen, maar de glazenwasser komt nog steeds.
II
Hij moet nu een Jodenster dragen. Bij een inval door soldaten moeten ze hun huis uit. Ze moeten naar het Muiderpoortstation, waar ze op de trein gezet worden naar Westerbork. De ouders denken of willen denken dat ze naar Palestina gaan; ze hoeven alleen nog maar de papieren klaar te krijgen. Op een dag worden er mensen omgeroepen die weg mogen uit dit kamp. Zij horen daar ook bij. Helaas gaan ze niet naar Palestina, maar naar een ander kamp waar zijn vader gescheiden wordt van hem en zijn moeder.
III
Hij mag in het nieuwe kamp af en toe mee om de keukenpannen schoon te maken, pas de tweede keer snapt hij dat hij ze leeg moet eten. Op vaders verjaardag zien ze vader eindelijk weer, moeder heeft een taart gemaakt van aardappelen en broodkruimels. Als zijn vader ziek wordt en naar de ziekenbarak moet bevalt hij dit wel, omdat hij zijn vader nu vaker ziet. Als hij van de dokter zijn moeder moet gaan halen omdat zijn vader niet lang meer heeft te leven verdwaald hij en vergeet de boodschap door te geven. Toch zijn ze er net op tijd bij om vader te zien sterven. Nu moet hij van de grote kinderen een proef afleggen om te bewijzen dat hij bij de groten hoort. Hij moet het ketelhuis binnengaan, hier blijken allemaal lijken te liggen. Als hij zijn moeder hierover vertelt, zegt zei dat dit het knekelhuis heet. Hij mag er nooit meer komen en wordt van top tot teen behandeld met ontsmettingsmiddel.
IV
Moeder en hij vertrekken weer met een andere trein. Nog steeds wordt hem verteld dat ze op weg zijn naar Palestina. Hij heeft geslapen en zijn moeder vertelt hem dingen die hij zich niet kan herinneren. Zij zegt hem dat ze al twee weken in de trein zitten. Als de trein voor langere tijd stopt gaat hij met Trude, een vrouw die hij al kent van voor het kamp, brandnetels zoeken om soep van te koken. De volgende dag komen de Russen hen bevrijden, ze nemen de Moffen mee. De mensen uit de trein worden ondergebracht in verschillende huizen in Tröbitz. Zijn moeder is ziek en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Hij slaapt bij Trude en Eva op een kamer. Hij bezoekt zijn moeder nog een keer in het ziekenhuis. Ze is er slecht aan toe, het lijkt of ze gek geworden is. Later zegt Trude dat de weg afgesloten is en hij niet naar zijn moeder kan, maar ze liegt want zijn moeder is dood. Eva vertelt hem dat zijn moeder dood is. Hierop wordt hij zo boos op Trude dat hij koorts krijgt en vijf dagen ziek op bed ligt.
V
Met een Canadese vrachtwagen gaan ze terug naar Amsterdam. Meneer Paul en zijn vrouw willen hem wel adopteren. Eerst weigert hij te eten. Hij kotst ook alles uit, maar omdat hij nu een grote jongen is, hij is immers acht, moet hij het zelf opruimen.
Bron uit Scholieren.com
Is Kinderjaren de moeite waard?
`Niet schrikken, alles is goed, ik ben bij je.' Met deze zin begint dit boek. Hierbij kreeg ik het gevoel dat er iets slechts zou gaan gebeuren en werd ik getriggerd om door te lezen. In dit boek zitten nog meer spannende gebeurtenissen, maar als je die wilt weten, moet je het maar zelf gaan lezen. Zouden alle vragen van het boek beantwoord worden? Niet al mijn vragen werden beantwoord. `Ik begon met schoonmaken`, zo eindigt het boek. Wat is er allemaal voorgevallen tussen deze twee zinnen? In mijn beleving zijn er heel veel spannende dingen gebeurd.
In dit boek wordt beschreven hoe het leven van een joods jongetje er uit zag en hoe het in de oorlog met hem is vergaan. In dit boek worden spannende maar ook zielige dingen verteld. Het boek is 119 bladzijden, maar verteld toch veel meer dan je eigenlijk verwacht. Het boek dateert van 1978, dus toch wel een tijdje geleden. Je komt meer te weten over de verschillende personen. Dat maakt het voor mij makkelijker om te lezen en me er een beeld van te vormen. Het komt altijd weer goed met de ik-persoon, waarbij het weer makkelijker wordt om het verhaal te vervolgen.
Een minpuntje van het boek vind ik dat je geen namen komt te weten van de ik-persoon en de ouders, waardoor het iets onduidelijker wordt. Je komt veel zielige dingen tegen in het boek zoals het doodgaan van de ouders en verschillende andere mensen. Het boek is vrij dun en dus ook beknopt verteld. Zelf zou ik willen dat het verhaal wat meer gedetailleerd zou zijn.
Het boek Kinderjaren vind ik zeker de moeite waard om te lezen, omdat het een interessante verhaallijn heeft en het onderwerp van de Tweede Wereldoorlog mij enorm boeit. Ik ben echt blij dat ik het boek gelezen heb omdat ik zelf weg ben van boeken die over WO II gaan. Bovendien vind ik het leuk om dingen te weten te komen van vroegere tijden en van onze voorouders. Als je de tijd hebt om het boek te lezen, lees het dan. Ik vind het een echte aanrader!
In dit boek wordt beschreven hoe het leven van een joods jongetje er uit zag en hoe het in de oorlog met hem is vergaan. In dit boek worden spannende maar ook zielige dingen verteld. Het boek is 119 bladzijden, maar verteld toch veel meer dan je eigenlijk verwacht. Het boek dateert van 1978, dus toch wel een tijdje geleden. Je komt meer te weten over de verschillende personen. Dat maakt het voor mij makkelijker om te lezen en me er een beeld van te vormen. Het komt altijd weer goed met de ik-persoon, waarbij het weer makkelijker wordt om het verhaal te vervolgen.
Een minpuntje van het boek vind ik dat je geen namen komt te weten van de ik-persoon en de ouders, waardoor het iets onduidelijker wordt. Je komt veel zielige dingen tegen in het boek zoals het doodgaan van de ouders en verschillende andere mensen. Het boek is vrij dun en dus ook beknopt verteld. Zelf zou ik willen dat het verhaal wat meer gedetailleerd zou zijn.
Het boek Kinderjaren vind ik zeker de moeite waard om te lezen, omdat het een interessante verhaallijn heeft en het onderwerp van de Tweede Wereldoorlog mij enorm boeit. Ik ben echt blij dat ik het boek gelezen heb omdat ik zelf weg ben van boeken die over WO II gaan. Bovendien vind ik het leuk om dingen te weten te komen van vroegere tijden en van onze voorouders. Als je de tijd hebt om het boek te lezen, lees het dan. Ik vind het een echte aanrader!
Je kunt goed duidelijk maken wat je van een boek vindt. Dit boek is natuurlijk ook bijzonder door het perspectief. Je hebt een 7 voor de opdracht.
BeantwoordenVerwijderen