woensdag 1 maart 2017

Argumentatie over het boek Wilhelmstrasse 119


Afbeeldingsresultaat voor wilhelmstrasse 119

Argumentatie over het boek Wilhelmstrasse 119

Verhaal
Het boek Wilhelmstrasse 119 gaat over een man genaamd Staf Knop die als jongen in 1943 door de Duitsers opgepakt en naar Berlijn overgebracht. Hier komt hij terecht op de Postambt 77 waar hij moet werken. Samen met zijn vriend De Ket verlaten zij het kamp en komen terecht in Wilhelmstrasse 119 bij mevrouw Melisande. Deze vrouw helpt de Britten door middel van een radio. Staf ontmoet een jongen genaamd Wolfgang en een paar professoren. Deze professoren moeten naar Amerika om te werken aan de atoombom. Ze maken gebruik van een oud vliegveld. De eerste keer komt het vliegtuig niet. De tweede keer stort het vliegtuig neer en Wolfgang wordt dood gevonden door de twee mannen. De professoren kunnen niet vliegen vanaf dit vliegveld. Staf ontmoet een vrouw genaamd Romy waarmee hij een relatie begint. Staf zegt tegen Melisande dat hij en zijn vriend naar België. Melisande vindt het moeilijk om afscheid van de mannen te nemen. De mannen vertrekken met de trein. Eenmaal bij de grens naar België komt hij een andere oude vriend tegen en de vriend zegt dat hij terug moet gaan naar Berlijn, hij gaat terug. Na 20 jaar komt hij weer terug in Berlijn en hij komt Romy weer tegen, ze omhelzen. "je bent te laat" zegt ze, ze is al getrouwd en is moeder. Staf verlaat Berlijn en wil nooit meer terugkomen.

Argumentatie

-De eerste zinnen maken al een introductie op het onderwerp van dit boek
- Citaat: Zonder die vervloekte oorlog zou ik waarschijnlijk nooit een voet in Berlijn hebben gezet. Temeer omdat de gemeentesecretaris van mijn dorp bij Brussel me had verzekerd, dat hij al van bij het begin van de oorlog in 1940 mijn naam had geschrapt van de bevolkingslijsten. De Duitse bezetter maakte er geen geheim van dat alle jonge mannen van twintig en meer, zouden worden verplicht om te gaan werken in Duitsland.
-Zoals je kunt raden, het boek gaat over de Tweede Wereldoorlog. Het begin laat ook zien waar dit zich afspeelt, namelijk in Berlijn.
- De hoofdrolspeler blijft bijna het hele verhaal in Berlijn. Hij vlucht wanneer de oorlog bijna voorbij was, maar komt terug omdat zijn vriend Oscar zegt dat dat beter zal uitkomen bij de bevrijding.

- Het boek beschrijft duidelijk de omgeving
- Citaat: Het nummer 119 in de Wilhemlstrasse zag eruit als een gewoon rijhuis, met twee verdiepingen. Op de brede toegangsdeur werd bescheiden vermeld dat het om een pensionnetje ging.
- Tijdens het lezen krijg je al snel binnen hoe de omgeving is. Hierdoor is het boek makkelijker te lezen.
- Je kunt makkelijker met de hoofdpersoon meeleven

-Het verhaal is makkelijk te volgen.
-Het boek gebruikt in het algemeen makkelijke woorden en maakt het dus makkelijker te lezen voor de lezer.
- Citaat: We werden uitgenodigd om weer te gaan zitten, terwijl Melisande ons een biertje aanbood. Over de radio-installatie werd er niet meer gesproken en toen het alarm werd afgeblazen, zochten we onze slaapkamer op.
- Het boek bevat geen woorden die de lezer niet zou snappen, soms komen er vreemde plaatsen langs zoals Treblinka ( een werkkamp, maar ook een vernietigingskamp)

- Het verhaal heeft een einde die je kon verwachten, maar ook weer niet.
- Citaat:  Ik keek haar na tot ze verdween in de massa. Romy verdween uit mijn leven zoals ze er was ingekomen: toevallig. Toen ik alweer in het vliegtuig zat, stond mijn besluit vast. Ik zou nooit meer, maar dan ook nooit meer naar Berlijn terugkeren.
- Staf komt zijn oude vriendin Romy weer tegen. Zei zegt te laat, ze is al moeder en getrouwd.
- Dit einde is droevig maar ook weer een soort opluchting. Hij komt haar weer tegen en eindigt hiermee de relatie voor altijd. Hij wil niet meer terugkeren naar Berlijn.

Een Samenvatting was niet echt te vinden. Ik heb mijn eigen samenvatting bovenaan dit verslag

















Argumentatie over het boek Een zomer zonder slaap


Afbeeldingsresultaat voor Een zomer zonder slaap

Argumentatie over Een zomer zonder slaap
Door Roan Numan uit H5D

Verhaal:
Rondom het dorpje Blaashoek worden windmolens gebouwd, de dorpsslager Herman Bracke denkt dat door de windmolens meer mensen naar Blaashoek zouden komen en zijn paté en vlees komen kopen. Later blijkt het dat de molens te veel geluid maken en houden Herman wakker. Niet alleen Herman heeft last van de windmolens, maar de dierenarts ook en schiet op de windmolens, de kogels kaatsen af en één daarvan raakt een meisje genaamd Saskia Maes. Door te weinig slaap te hebben word Herman een beetje gek maar blijft zijn paté verkopen. Zijn paté zorgt ervoor dat de mensen die de paté eten diarree krijgen en de voedselinspectie komt langs om dit te controleren. Herman weet niet wat hij tegen de voedselinspectie kan doen en vermoordt hem en hangt hem aan een vleeshaak.


Argumentatie:

- Het boek heeft een begin dat het onderwerp duidelijk maakt voor de lezer.
- Citaat: Herman Bracke lag te staren naar het ram. Het oranje licht dat door de gaatjes van het rolluik scheen, danste op het ritme van zijn ademhaling. Herman keek van het raam naar het zwart van het plafond, geen zuiver zwart maar een mengeling van donkere vlekken. Hij sloot zijn ogen in een poging de vlekken te doen samenvloeien tot het zwarte gat waarin hij wilde wegzinken, maar zijn vermoeide hersenen toverden een nieuw beeld tevoorschijn, een hopeloos beeld voor slapelozen. Herman Bracke zag een schaap.
- Het begin laat duidelijk zien waar dit boek over gaat, namelijk dat een man genaamd Herman Bracke door het geluid dat windmolens maken niet kan slapen.
- Het begin heeft is ook een aanvulling van wat er op de flaptekst van dit boek staat.
 Flaptekst: De nieuwe molens in het dorpje Blaashoek zijn een zegen voor de een en een vloek voor de ander. Slager Herman Bracke is een perfectionist die in de wijde omtrek wordt geroemd om zijn paté. Hij kan alleen niet slapen door het irritante geluid dat de molens maken. Geleidelijk raakt Herman dodelijk vermoeid en verliest hij de controle over zijn werk. Daarmee zet hij een serie bloedstollende gebeurtenissen in gang. Het leven in Blaashoek zal nooit meer hetzelfde zijn. 
-  In de flaptekst staat dat Herman niet kan slapen door het irritante geluid dat de molens maken, in de eerste zinnen van het boek staat dat hij probeert zijn migraine te vermeiden die hij heeft gekregen door te weinig slaap te hebben.

- In het boek krijg je goed mee hoe de omgeving eruit ziet.
Citaat:  De grote schuiframen van de werkkamer boden een prachtig zicht op de tuin. Het gazon glansde, hij had het gisteren nog verzorgd met Gallon Evergreen-gazonmest. Het gras omzoomd met lavendel, zonnebloemen, wijnranken en jeneverbesstruiken, planten die de sfeer van Zuid-Frankrijk moesten oproepen. Iets wat perfect lukte op deze droge, warme dag. 
- De verteller is bij iemand op bezoek en vertelt hier hoe de omgeving eruit ziet, als lezer kun je zo makkelijker het verhaal volgen en dat maakt het boek leuker om te lezen.

- Het boek is interessant om te lezen omdat het boek uit verschillende perspectieven wordt beschreven.
Citaat: Wes wuifde naar haar. Ga weg, wilde hij haar duidelijk maken. Hop, zet het op een lopen. Maar ze bleef zitten. 'Loop weg', ze schreeuwde Wes met overslaande stem, als een hysterisch wijf. Het meisje krabbelde overeind. Ze griste een stoffen zak van de grond en begon te rennen. Eindelijk. 
                                                                  *
Saskia had lang genoeg gelopen. Ze leunde tegen een gevel, veegde met haar onderarm een strook snot weg en rammelde in de zelfgemaakte tas. Haar eenvoudige Nokia kletterde op de straatstenen.
- Het verhaal wordt vertelt door een alwetende verteller. Altijd als de verteller naar een andere personage stapt komen er een paar witregels en een * in het midden, dit maakt het makkelijker om te lezen voor de lezer.