Het Bittere Kruid
Lezen voor de lijst, Opdracht ARoan Numan H4D
01-11-15
Inleiding:
De verteller uit het boek is de ik-persoon. De naam van deze persoon wordt in het hele verhaal niet vertelt. Daarom is het een ik-perspectief omdat er alleen gepraat wordt vanuit de ik-vorm.
Het effect van dit perspectief is dat mensen niet in de war raken in welke personage de perspectief plaats vindt. Ik vind het een handig perspectief omdat ik anders snel in de war raak vanuit welk perspectief het dan plaatsvindt
Scene 1: De ik-persoon zit met haar ouders in de tuin en ze gaat een racket en een bal uit het hok halen en gaat ermee spelen tegen de muur. De bal vliegt er een paar keer overheen en deze haalt ze weer op. Tijdens het zoeken van de bal vindt ze een goede plek om te schuilen voor de Duitsers. Later in dit hoofdstuk komen er mannen aan de deur en de hoofdpersoon rent weg van het huis.
Scene 2: De ik-persoon moet van haar moeder boodschappen doen in de Weesperstraat. Ze komt een dikke man tegen die haar tegenhoud en vraagt om haar persoonsbewijs. Deze man blijkt een ander meisje te zoeken en laat de ik-persoon gaan.
Herschrijving van de scenes.
In scene één ga ik in de perspectief van de vader vertellen en in scene 2 uit die van de dikke man.
Scene één komt uit het hoofdstuk "De mannen" en scene twee uit het hoofdstuk "Het meisje".
Scene 1: Ik lag zwijgend een sigaar te roken met een dichtgeslagen boek op mijn schoot. Mijn dochter loopt naar de schuur en pakt een racket en een bal en gaat tegen de muur slaan, ze slaat de bal erover en gaat het zoeken. Ik kom kijken en zie een smalle geul. `Dat zou een mooie schuilplaats kunnen zijn.' Ik klom over de schutting en hurkte achter de boom. `Hallo?' zei ik. Mijn vrouw kon ons niet zien vanaf de tuin en vroeg: `Waar zitten jullie?' Ik bleef er nog even zitten en stelde haar nog een vraag waarop zij antwoordde: 'Nee ik kan écht niet zien.' Ik antwoordde dat we achter de schutting zaten. 'Mooi,' zei ik 'dat betekent dat dit een goede schuilplaats is.' Die avond stond mijn dochter voor het raam en keek naar buiten. `Ga weg bij dat raam.' zei mijn vrouw, ook al was er helemaal niemand buiten. Een ogenblik later stonden er mannen voor de deur en stelden mij wat vragen, maar tot mijn verbazing was mijn dochter nergens te bekennen.
Scene 2: Op een vrijdag kwam ik op een meisje af en ik vroeg:`Hoe heet jij?' Ze zegt haar naam maar ik geloofde haar niet. `Praatjes hebben jullie allemaal. Waar ga je heen?' Het meisje antwoordde dat ze boodschappen ging doen en wou er al tussen uit knijpen. `Hoe heet je?' vroeg ik nog een keer. Dit maal geeft ze het zelfde antwoord. Ik vraag naar haar persoonsbewijs, en ja er de naam die zij zei stond erop. 'Ken je dit meisje?' vroeg ik in een wat zwaardere stem. het meisje antwoord dat ze haar nog nooit heeft gezien en loopt snel weg.
Dit is anders dan het echte boek omdat het niet in het perspectief van de hoofdpersoon zelf is maar in die van de personen om haar heen en dat maakt het ook weer interessanter. Omdat het vanuit meerdere perspectieven wordt verteld is het wat vertrouwder dan wanneer het alleen van de ik-persoon komt. Ik zou het boek graag eens willen lezen wanneer dit verhaal vanuit verschillende perspectieven wordt verteld.
Mening over het boek:
Ik vond het boek erg leuk om te lezen omdat ik me interesseer in de dingen die vroeger gebeurden. En in dit verhaal wordt een best wel heftige situatie heel mooi en simpel verteld, waardoor ik het verhaal ook kan begrijpen.
Samenvatting
De ik (Marga Minco) woont met haar vader, moeder en zusje in Breda. Ze heeft ook een broer, Dave. Hij woont in Amsterdam met hun zus Bettie. Het is een joods gezin. Marga vond het erg moeilijk dat er zoveel verboden was voor de joden. Marga wordt in het eerste jaar van de oorlog ziek en moet kuren volgen in het ziekenhuis. Ze zijn dan net aan het verhuizen naar Amersfoort om bij Dave in te trekken die inmiddels getrouwd is. Marga moet weer naar het ziekenhuis. Nu ligt ze in Utrecht en begint opnieuw aan de kuren. Op een dag moet Dave gekeurd worden voor een werkkamp, maar gaat medicijnen slikken, waardoor hij ziek wordt en gelukkig wordt hij afgekeurd. Hij wordt er ziek van en gaat met Marga op een kamer in hun huis in Amersfoort liggen waar ze door Lotte, Dave's vrouw, verzorgt worden. Ze blijven de hele dag thuis in hun pyjama's rondhangen, want de bel kan elk moment gaan doordat de Duitsers hun elk moment kunnen komen halen. Dan horen ze dat Bettie is opgepakt bij een razzia in Amsterdam. Het is onbekend waar ze heengebracht is en wat er met haar is gebeurd. De ouders moeten naar Amsterdam verhuizen, omdat ze boven de vijftig zijn. Marga blijft bij haar broer en Lotte in Amersfoort wonen, maar gaat uiteindelijk toch bij haar ouders in Amsterdam wonen. Dave en Lotte gaan ook in Amsterdam wonen, maar niet bij zijn ouders. Op een middag moet Marga een boodschap doen. Ze raakt verstrikt in een bezetting van een straat in haar buurt. Ze wordt bijna meegenomen, maar kan nog net ontglippen, omdat ze op haar identiteitspas kan laten zien dat ze niet in die straat woont. Op een avond gaat de bel. Het zijn de Duitsers. Marga kan via de achterdeur ontsnappen. Ze gaat naar Dave en Lotte. Lotte helpt Marga haar haar met water-peroxyde te bleken zodat ze niet herkend kan worden op straat. Ook vervalsen ze haar identiteitskaart. Samen besluiten ze te vluchten, maar tijdens het vluchten worden Dave en Lotte op het station in Utrecht opgepakt. Marga zit in haar eentje in een trein. Na de oorlog is er nog een oom van haar in leven. Ze gaat hem opzoeken en na een paar weken sterft ook hij. Marga blijft bij haar tante.
http://www.scholieren.com/boekverslag/41858